Beroepshalve ga ik naar Ünderman van Cirkus Cirkör, een Zweedse groep met een lange circushistorie van wie ik al eens een aanstekelijke voorstelling zag. Ünderman is Zweeds voor onderman: underdog, maar ook de acrobaat die al het zware tilwerk doet, maar niet in de schijnwerpers staat. Terwijl de onderman het werk doet, krijgt de bovenman het applaus.
De voorstelling staat in een tent op het Schouwburgplein in Rotterdam in het kader van het Circusstad Festival. De eerste aangename verrassing is het festivalterrein. Het hele schouwburgplein vol kleurige tenten in alle vormen en maten. Er is een duizelingwekkende openlucht act aan de gang als ik aankom. Een flinke haag publiek eromheen dat er helemaal in opgaat. Leuk festival is dit, ik wil zaterdag weer!
Ik ben getipt door een producent die graag een Nederlandse tournee voor de groep wil organiseren, en het handig vindt als ik als technisch coördinator de voorstelling alvast heb gezien. Ik heb na afloop een afspraak met de technici, daarna weet ik precies waar de knelpunten zitten en kan ik een begroting maken. Maar ik hou ook van circus en verheug me op de voorstelling. Genoeg te doen dus, in het komende uur. Kan dat allemaal tegelijk? Jawel hoor!
De deuren gaan open. Ik ga strategisch zitten en krabbel in mijn boekje snel wat aantekeningen over het licht dat ik zie hangen (6 bewegende spots – tegen producenten zeg ik altijd: “als ze bewegen kosten ze € 100 per stuk per dag”), de afmetingen van het speelvlak, het aantal microfoons, en welke daarvan zenders zijn – dat soort dingen. Ziezo, dat is in elk geval binnen. Nu lekker naar de voorstelling kijken.
Drie muzikanten spelen een deuntje bij inloop. Als de deuren dicht zijn komt er één naar voren en vertelt een mooi verhaal over zijn grote liefde. Maar het loopt niet goed af, dat voel je op je klompen aan. Gelukkig heeft hij zijn vrienden om toch nog iets van zijn leven te maken. De toon is gezet. Drie mannen, op elkaar aangewezen, die het samen rooien in de jungle van het leven.
Stoere gewichthefferij volgt. Maar ook jongleren met een strootje en een veertje, en intussen razendsnel Rubik’s kubus oplossen. Het veertje doorgeven aan een collega die ingewikkelde moves uithaalt met een grote ring, en terloops elke keer zorgt dat het veertje weer terugkomt. Mooi!
Tijdens het volgende rondje gewichtheffen concludeer ik: dat past makkelijk in een kleine vrachtwagen. En 24 dimmers is genoeg. En we schakelen door naar het tweede verhaal over een verloren liefde.
Erg vermakelijk zijn de showeffecten met een knipoog. Een ruig stukje acrobatiek wordt afgesloten met een overdreven buiging, en lampen die in bonte kleuren de zaal rond zwiepen. Ze spelen circusje. Dat wil zeggen: ze maken bloedserieus circus maar steken de draak met het sausje van nep-glamour dat zo vaak over circus heen gaat. “I’m just an underman” – juist ja.
En dan heeft de onderman een verrassing. Het lijkt hem nou zo leuk als wij onderling van plek ruilen. Dan zit je weer eens naast iemand anders. Neem je tijd, wij spelen wel een stukje muziek. Zaallicht aan, en inderdaad: iedereen wisselt van plek. Zo simpel kan het zijn om het publiek in beweging te krijgen. Maar wat een grappig muziekje! Net of ze met z’n drieën Pacman staan te spelen.
Ah, de gitarist heeft ook nog wat sores met ons te delen. Hij sleept zijn cello naar voren als hij op een speelgoedgitaartje zijn ei niet kwijt kan. Het gitaartje eindigt onder een gewicht. Krak. Intussen bestudeer ik hoe het cellogeluid versterkt is.
De verteller van de eerste romance laat in een prachtig duet een onzichtbare partner alle hoeken van de kamer zien. Haar rol wordt gaandeweg overgenomen door dansende lichtbundels. De serie acrobatische lifts voor drie mannen ziet er, zeker in vergelijking daarmee, niet altijd even subtiel uit, maar dat is eigenlijk wel komisch, en versterkt het in het begin opgeroepen gevoel: deze drie mannen hebben het niet makkelijk maar ze rooien het met elkaar.
Na het applaus is het tijd voor wat techneutenpraat met de licht- en geluidsmannen. Prima gasten, weten wat ze doen. En het past inderdaad in een kleine vrachtwagen, ze brengen licht en geluid mee uit Zweden. Trouwens, één van de Pacman-apparaatjes heeft kuren, of ik een winkel in de buurt weet. Buiten spreek ik ook de manager, de artistiek leider en de artiesten. Technisch is er geen vuiltje aan de lucht, nu nog enthousiaste theaterdirecteuren. Ik wens hen van harte een lange en glorieuze Nederlandse tournee toe.
Gezien op 4 mei 2011 in het Circusstad Festival.
Eerder gepubliceerd op Cultuurpodium Online. Foto’s van Joke Schot
Vernieuwende internationale podiumkunsten Van Baasbank & Vos, opgericht door Jaap van Baasbank en JG Baggerman…
Spraakmakend theaterpodium ITA, voorheen Stadsschouwburg Amsterdam, is van oudsher het belangrijkste theaterpodium van Nederland. Spraakmakende…
Hedendaagse podiumkunst in historische gebouwen Twee prachtig verbouwde en gerestaureerde gebouwen in het centrum van…
Theater ingebed in de lokale cultuur Naast het treinstation van Houten ligt Theater Aan de…
Momumentale evenementenlocaties Stadsherstel Amsterdam heeft tien bijzondere en exclusieve locaties die op incidentele basis worden…