Software ontwikkeling: parels voor de zwijnen?
Kijken naar software is leuk. Vind ik dan hè? Als een leverancier bezig is met software ontwikkeling en me iets nieuws wil laten zien maak ik daar altijd tijd voor.
Zeker als ik heb bijgedragen aan het denkwerk: wat is er nodig om het systeem nóg beter te laten aansluiten bij de werkprocessen van mijn klanten?
Ik geef toe: ik ben bij sommigen berucht om mijn kritische blik. Als de duivel bestaat heeft hij aan mij een goeie advocaat. Ik zie vaak waar nog gaatjes zitten, waar het anders werkt dan de medewerkers van mijn klanten verwachten en waar een programmeur een te makkelijke weg heeft gekozen. Maar ik zie ook wat er al wél staat, hoeveel werk daar achter zit en hoe het de goede kant op gaat, en geef daar graag complimenten voor. En als het de goede kant op gaat laat ik de vernieuwing ook graag aan gebruikers zien. Maar die zitten daar niet altijd op te wachten.
Kijken naar software in ontwikkeling
Afgelopen week nog demonstreerde een leverancier iets nieuws in een systeem aan een team van een van mijn klanten. Het was een mooie innovatie waar ze met smart op zitten te wachten. Nog niet helemaal af, maar al wel bruikbaar en veelbelovend. Dus ik dacht oprecht dat de teamleden heel enthousiast zouden zijn. Helaas: ze mopperden vooral over wat er nog niet was en verloren al snel hun interesse. Jammer voor de leverancier die zo hard had gewerkt, en ook wel een beetje jammer voor mij.Parels voor de zwijnen? Eerlijk gezegd denk ik van niet. Kijken naar software in ontwikkeling vereist een bepaalde technische blik, een bepaald abstractieniveau ook, en is gewoon niet aan iedereen besteed. Sommige mensen hebben er meer aan als ze pas meegenomen worden in vernieuwingen als die af zijn en ze meteen met een praktische instructie aan de slag kunnen. En dat is hun goed recht.