Springdance 2011 opent met menselijke maalstroom Sideways Rain
Gesloten voordoek. Het zaallicht dimt, het doek gaat open, langzaam gaat het zijlicht aan en we zien dansers van links naar rechts kruipen over een zwarte balletvloer tegen een zwarte afstopping. Hoe lang zou het geleden zijn dat Springdance met zo’n klassiek beeld opende? Het kruipen gaat door. Van links naar rechts, dan ongezien achterom rennen, en weer aansluiten.
Fascinerende maalstroom
Het licht wordt langzaam feller, geeft meer kleur en daarmee individualiteit aan de dansers. Kruipen wordt rollen, op handen en voeten lopen, billenschuiven – alle manieren van voortbewegen passeren de revue maar de dansers komen voorlopig niet los van de vloer. Het klassieke beeld is snel vergeten, als publiek word je meegenomen in een fascinerende maalstroom. Je hebt de tijd om er je van alles bij voor te stellen.
Na afloop in de foyer hoor ik dat de een tijdens Sideways Rain het eigen leven heeft zien voorbijtrekken, de ander de evolutie van de mensheid, een eerbetoon aan de minimale dans, of een menselijke rivier. Het kan, maar het hoeft niet. Je kunt het ook laten bij wat het is: een ononderbroken stroom bewegende mensen. Ook het geluid is een continue aaneenschakeling van nu eens een langgerekte toon, dan weer een ritme, een melodie, hier en daar een tekstfragment.
Als de langgerekte tonen in volume toenemen stoort de positie van de speakers voor de toneellijst: ze brengen een muur van geluid voort die de dansers verder weg laat lijken dan nodig. Bij melodieuze passages zorgen stereo effecten voor wat meer diepte. Maar in het algemeen was het de moeite waard geweest (een deel van) het geluid vanaf het toneel te laten komen in een zaal waar de fysieke afstand tussen toneellijst en publiek zo klein is.
Elke avond weer anders
Na een klein halfuur gaat het rollen over in lopen, rennen, struikelen, stilstaan, gaan liggen en weer opstaan. En tot enig fysiek contact tussen twee dansers, die vervolgens één voor één weer opgaan in de rollende massa. Prachtig is de scène waarin een danser telkens een voorbijlopende danseres vastgrijpt, zij zich losmaakt en de andere danseressen haar beweging meedoen, zich losmakend van een imaginaire partner. Ik heb me regelmatig afgevraagd hoe de dansers tellen, hoe ze weten wat ze moeten doen op welk moment, maar lees achteraf in een interview met choreograaf Guilherme Botelho dat ze vooral op elkaar reageren: elke beweging volgt uit die van een voorafgaande danser, waardoor de voorstelling elke avond weer anders is.
Ineens trekt een danseres een streep door de lucht. Alle dansers na haar doen hetzelfde: ze pakken telkens een elastiekje en spannen het van links naar rechts. En als, bijna aan het eind, een onzichtbare hand vanuit de coulissen helemaal vooraan het laatste rijtje elastiekjes straktrekt weet ik eindelijk wat die lijn op de vloer was: daar lag al vanaf het begin een bergje elastiekjes klaar voor het slotbeeld. Botelho heeft nog één laatste verrassing voor ons in petto: elke keer gaat er een kledingstuk uit, totdat de dansers naakt tussen de lijnen door rennen voor hun leven.
Ze kleden zich snel weer aan voor een duimendik en terecht applaus. Springdance is geopend, niet klassiek maar fascinerend, meeslepend en lichtvoetig. En wie de voorstelling heeft gemist, of wie zich nog eens wil laten meeslepen, kan op 2 oktober in de Stadsschouwburg Amsterdam terecht. Doen.
Dans: Stéphanie Bayle, Rémi Benard, Fabio Bergamaschi, Stanislav Genadiev, Erik Lobelius, Philia Maillardet, Alessandra Mattana, Ismaël Oiartzabal, Madeleine Piguet Raykov, Julien Ramade, Claire Marie Ricarte, Adrian Rusmali, Candide Sauvaux, Nefeli Skarmea, Christos Strinopoulos
Choreografie: Alias / Guilherme Botelho
Assistent choreografie: Madeleine Piguet Raykov
Producent: Alias
Muziek: Murcof (aka Fernando Corona)
Kostuums: Marion Schmid based on Julia Hansen’s
Gezien op 14 april 2011 in het Springdance Festival.
Eerder gepubliceerd op Cultuurpodium Online. Foto’s van Yves Genoud.