Onder druk van de economische crisis en de bezuinigingsdrift van de regering is fondsenwerving een actueel onderwerp in de Nederlandse culturele wereld. De congressen en leergangen schieten als paddenstoelen uit de grond. Op 29 maart 2012 bezocht ik een Kom Je Ook?-congres over het onderwerp. Ik hoorde weinig nieuws, maar één ding nam ik mee naar huis. De Engelse Naomi Russell eindigde een presentatie over haar werk als fondsenwerver in de cultuur met een persoonlijk verhaal: “Ik vind dat wij als werkers in de cultuur met een deel van ons inkomen de cultuur moeten ondersteunen. Ik ben bijvoorbeeld lid van Tate, en behalve dat ik hen ermee steun beleef ik ook enorm plezier aan de events waarvoor ik word uitgenodigd, en krijg tegelijkertijd een kijkje in de keuken bij een instelling buiten mijn klantenkring.” Zo, die zat. Dat wil ik ook, dacht ik.
Ik begin dicht bij huis: Utrechtse instellingen. Ik kom wel eens in het Centraal Museum. De sfeer spreekt me aan, ik hou van het accent op mode en volg met belangstelling de ontwikkeling van de website en het gebruik van sociale media. Lid worden kost 2 tientjes per jaar, geeft gratis toegang tot het museum en levert uitnodigingen op voor events en openingen. Hebben!
Inschrijven kan niet online. Ik moet een briefje met een pasfoto naar een antwoordnummer sturen, en het geld overmaken. Wat ik braaf doe. Maar het verwondert me wel dat dit zo gaat, bij een instelling die hip wil zijn op het web. Een week later belt me een vriendelijke dame: “Ik heb 20 euro van u ontvangen maar weet niet zo goed waarom. Heeft u misschien een formulier ingevuld?” Enigszins verbaasd leg ik uit dat ik lid wil worden en heb gedaan wat me op de website is gevraagd. Haar reactie: “Oh, dank u wel, dan ga ik hier intern maar eens informeren of er post van u is gekomen.” Een week later brengt de post me een pasje. Ik ben lid geworden van de vriendenclub.
Een expositie over punk lijkt me een mooi moment om mijn pasje te gebruiken. Ik overhandig het om het te laten scannen, maar tonen is genoeg. Ik krijg een ticket waar CM clubpas opstaat. Het museum registreert dus wel hoeveel leden er naar het museum komen, maar niet wie dat zijn. Gemiste kans vanuit het oogpunt van CRM en fondsenwerving. Immers: als museum heb je doorgaans geen idee wie je bezoeker is, maar een vriendenclub is nu juist de manier om een goed beeld te krijgen van wie zich met je verbonden voelt. Geef je vrienden een pasje met barcode, laat hen die langs de scanner halen die ook de toegangskaarten scant en je database vult zich met kostbare gegevens.
Naomi heeft gelijk: lidmaatschap van een culturele instelling geeft je een kijkje in de keuken. En als professional vind je daar iets van. Een interactieve website, 1.761 fans op Facebook, 4.458 volgers op Twitter, maar geen idee wat hun ledenclub doet. En de inschrijving kon ook wel met een drempeltje minder. Work in progress is wat ik zie bij het Centraal museum. Maar aangezien ik hun clublid ben en zij niet mijn klant, hoef ik er verder niets mee. Maar een blogje kan er altijd van af.
Vernieuwende internationale podiumkunsten Van Baasbank & Vos, opgericht door Jaap van Baasbank en JG Baggerman…
Spraakmakend theaterpodium ITA, voorheen Stadsschouwburg Amsterdam, is van oudsher het belangrijkste theaterpodium van Nederland. Spraakmakende…
Hedendaagse podiumkunst in historische gebouwen Twee prachtig verbouwde en gerestaureerde gebouwen in het centrum van…
Theater ingebed in de lokale cultuur Naast het treinstation van Houten ligt Theater Aan de…
Momumentale evenementenlocaties Stadsherstel Amsterdam heeft tien bijzondere en exclusieve locaties die op incidentele basis worden…